
Spreekwoorden: (1914)
Een dutje doen,d.w.z. een lichten, korten slaap nemen; even slapen. Dutje is eene afleiding van het wkw. dutten, dat suffen, mijmeren beteekent; vgl. mnl. doten, dutten, razen, woeden; Kil. doten, dutten, delirare, desipere,; mnd. vordutten, in verwarring, buiten bezinning geraken of brengen; eng. t...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
Een dutje doen,d.w.z. een lichten, korten slaap nemen; even slapen. Dutje is eene afleiding van het wkw. dutten, dat suffen, mijmeren beteekent; vgl. mnl. doten, dutten, razen, woeden; Kil. doten, dutten, delirare, desipere,; mnd. vordutten, in verwarring, buiten bezinning geraken of brengen; eng. t...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.